Week rond (digitaal) welbevinden. Droomproject van een leerkracht in opleiding.
In het kader van een themaweek welbevinden:
Zich goed voelen: wat is dat eigenlijk?
Voel jij je wel goed? Voel ik me wel goed?
Voelt de wereld zich wel goed?
Als ik dit tegen jou zeg, voelt dat dan goed?
Als ik jou zo aanraak, voel je je dan goed?
Hoe gaat het met je? Goed? Wat is welbevinden?…
Dit is slechts een korte glimp in het hoofd van de twaalfjarige leerling. Welbevinden is een veelzijdig begrip waar jonge tieners zich vragen bij stellen. Het is noodzakelijk om als leerkracht een inschatting te maken van het welbevinden op school, in de klas, in de maatschappij enz. Een GWP rond het thema welbevinden biedt dan ook heel wat mogelijkheden om de veel gestelde vragen hierboven te behandelen en te beantwoorden. We zijn tenslotte niet enkel vakexperts, maar ook opvoeders en luisterende oren.
Om de GWP optimaal te benutten, stel ik de volgende planning voor:
Op maandagochtend maken de leerlingen een complimentenbus en krijgen ze complimentenfiches en -stickers. De fiches kunnen worden aangevuld en in de bus van een andere leerling gestoken worden. Voor de knutselactiviteit wordt dit concept kort uitgelegd. Het is aangewezen om met de leerlingen vooraf even het nut van een complimentje aan te tonen. Een compliment maak tenslotte gelukkig en vergroot het zelfvertrouwen. Complimentjes kunnen eventueel ook anoniem of door leerkrachten verzonden worden. Welbevinden begint met ‘je goed in je vel voelen’. In een wereld van sociale media – waar de jonge tiener pas wegwijs in raakt – wordt de creatie van een positief zelfbeeld steeds moeilijker. Mijn suggestie is dan ook de leerlingen hiervan bewust te maken en ze aan te sporen elke dag eens een complimentje uit te delen. Zelfs wanneer een complimentje klein en simpel is, kan het een ander gelukkiger en zelfzekerder maken.
De leerlingen leren wie ze zijn in de maatschappij en hoe ze zich daarbij voelen. Ze leren verschillende standpunten kennen en ontdekken zo welke invloed ze uitoefenen op het eigen welbevinden en op het welbevinden van anderen.
Op woensdagochtend volgen de leerlingen de workshop ‘Wie ben ik?’, waarvan ik de didactische fiches meebreng naar de vergadering. In deze workshop leren tieners zichzelf en hun medeleerlingen beter kennen. Ze leren wie ze zijn in de maatschappij en hoe ze zich daarbij voelen. Ze leren verschillende standpunten kennen en ontdekken zo welke invloed ze uitoefenen op het eigen welbevinden en op het welbevinden van een ander. Deze workshop lijkt me zeer nuttig omdat tieners vaak erg harde woorden kunnen gebruiken zonder te weten welke gevolgen dit heeft voor een ander. Ook hier maak ik opnieuw de link naar sociale media. Een scherm uitschelden lijkt geen ‘big deal’, maar voor de ontvanger aan de andere kant geldt het tegenovergestelde.
Donderdagochtend organiseren we voor de leerlingen een gezamenlijke videoquiz. In deze quiz – aangeboden door SchoolTV – bekijken de leerlingen een aantal videofragmenten en lossen ze hier telkens een multiplechoicevraag bij op. Dit kan zowel in groep als individueel. Achteraf kunnen de begeleidende leerkrachten de antwoorden bekijken. De quiz vormt een inleiding op de keuzeactiviteiten van vrijdag.
Vrijdag staat volledig in het teken van digitaal welzijn en digitaal burgerschap. Aan de hand van de interactieve lesbox ‘#SociaalsteSchool’ kunnen de leerlingen verschillende keuzeactiviteiten volgen. Deze zijn KEImediaWIJS, nette nettiquette, museum 2030 – een blik in de toekomst, KEIreclameWIJS, A-B-privaC en Cyberbully. Elk van deze activiteiten haalt een ander thema aan binnen het digitaal burgerschap. De lesbox breng ik ook mee naar de vergadering. Hier haal ik opnieuw aan dat leerlingen hier steeds meer mee in contact komen en dat het belangrijk is dat ze wegwijs zijn in de media. De media kunnen namelijk handig zijn, maar kunnen ook vol valkuilen zitten. De lesbox speelt bovendien in op de leefwereld van de jonge tiener en is erg interactief opgebouwd.
Als avondactiviteit stel ik het legen van de complimentenbus voor. De complimenten zorgen onmiddellijk voor een aangename sfeer. Het lezen van de complimentjes kan gevolgd worden door een film (bijvoorbeeld een film naar een boek van Carry Slee), een kleine fuif, een spelletjesavond… Dankzij deze activiteiten kunnen de leerlingen de dag op een fijne manier afsluiten. Dit doen ze bovendien samen, wat de ultieme kern van innerlijk welbevinden is.
Wat ik zeker niet zou doen tijdens de GWP-periode is een godsdienst gerelateerde activiteit. Aangezien we deze week zo neutraal mogelijk willen houden. Leerlingen hebben vaak uiteenlopende en ondoorgronde meningen over godsdienstige onderwerpen. Dit geldt natuurlijk ook voor activiteit rond het vak NCZ. Hiervoor gebruik ik dezelfde argumenten. Zowel godsdienst als NCZ kunnen tot controverse leiden. Eventuele discussies kunnen leiden tot kwetsende woorden en dat willen we tijdens de week van het welbevinden natuurlijk absoluut vermijden.
Mijn planning ziet er dus als volgt uit:
- Maandagochtend maken de leerlingen een complimentenbus die elke avond wordt geleegd.
Op deze activiteit volgt een avondspel, -feest of -film. - Woensdagochtend wonen de leerlingen de workshop ‘Wie ben ik?’ bij.
- Donderdagochtend maken de leerlingen een videoquiz die de keuzeactiviteiten van vrijdag rond digitaal burgerschap inleidt.
Aurélie Slegers - studente - Lommel